-
1 distribution
distribution [diestriebuusjõ]〈v.〉2 bezorging ⇒ (post)bestelling, levering4 indeling ⇒ rangschikking, inrichting♦voorbeelden:usine de distribution des eaux • waterleidingbedrijfdistribution d'un film • rolverdeling in een filmdistribution des films • filmverhuurf1) verdeling2) bezor-ging, levering3) uitreiking [prijs]4) indeling5) distributie, handel -
2 palmarès
-
3 décernement
-
4 prix
prix [prie]〈m.〉1 prijs ⇒ lasten, waarde, kosten♦voorbeelden:1 prix choc • stuntprijs, dumpprijsprix de lancement • kennismakingsprijsprix de marché • marktprijs(à) moitié prix • voor de halve prijsprix plafond • maximumprijsprix plancher • bodemprijsprix de revient • kostprijsprix dérisoire • spotprijsc'est mon dernier prix • dat is mijn laatste bodbloquer les prix • de prijzen bevriezencasser les prix • de artikelen sterk afprijzeny mettre le prix • iets (zeer) duur betalenà prix d'argent • voor geldà prix d'or • peperduurà quel prix est ce manteau? • wat kost die jas?à vil prix • voor een spotprijsau prix fort • erg duurde prix • waardevolhors de prix • peperduurà aucun prix • voor geen goudà tout prix • koste wat het kostau prix de • ten koste van3 prix d'excellence • prijs voor de beste van de klas; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 prijs van uitmuntendheidprix d'honneur • prijs voor de beste leerlingenmettre à prix la tête de qn. • een prijs op iemands hoofd zetten4 〈 literatuur〉 le prix Goncourt 1981 • de prijswinnaar van de prix Goncourt 1981; 〈 ook〉 het boek dat de prix Goncourt 1981 heeft gekregenm1) prijs2) waarde3) beloning4) prijswinnaar -
5 rançon
-
6 taxer
-
7 prix d'excellence
prix d'excellence -
8 rabattre
rabattre [raabaatr]3 neerslaan ⇒ neerstrijken, neerdrukken, dichtslaan4 verminderen ⇒ temperen, vernederen♦voorbeelden:4 en rabattre • inbinden, bakzeilhalen→ caquet♦voorbeelden: -
9 avoir
avoir1 [aavwaar]〈m.〉1 bezit ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:avoir fiscal • belastingfaciliteitense faire faire un avoir • een tegoedbon laten uitschrijvenavoir à la caisse d'épargne • spaartegoedportez cette somme à mon avoir • crediteert u mij voor dit bedrag————————avoir2 [aavwaar]2 〈 vooral met toekomende tijd, passé composé, passé défini〉 krijgen ⇒ in het bezit komen van, hebben ⇒ 〈 examen, trein〉 halen3 te pakken nemen ⇒ beetnemen, te grazen nemen6 schelen ⇒ mankeren, hebben♦voorbeelden:avoir qn. à déjeuner • iemand te lunchen hebbenen avoir assez de qn. • genoeg van iemand hebbenen avoir à, après, contre qn. • iets tegen iemand hebben, op iemand gebeten zijnnous en avons pour deux heures • we hebben er twee uur voor nodigen avoir pour son argent • waar voor zijn geld krijgenavoir pour ami • als vriend hebbenavoir qc. sur soi • iets bij zich hebbenavoir un prix • een prijs krijgenfaire avoir qc. à qn. • iemand aan iets helpen6 qu'est-ce qu'elle a, cette télé? • wat mankeert er aan die televisie?1 er is, zijn ⇒ er staat, staan, er ligt, liggen♦voorbeelden:il y a cinq kilomètres d'ici au village • het dorp is vijf kilometer hiervandaanil y en a qui • er zijn mensen diecombien y a-t-il d'ici à Paris? • hoever is het (van hier) naar Parijs?il n'y a pas de quoi • niets te dankenil n'y a pas que lui • hij is niet de enigequ'est-ce qu'il y a de nouveau? • wat voor nieuws is er?→ unIII 〈 hulpwerkwoord〉1 hebben, zijn2 moeten ⇒ behoeven, willen♦voorbeelden:il n'a pas à se plaindre • hij heeft niet te klagentu n'auras pas à le regretter • je zult er geen spijt van krijgenje n'ai rien à faire • ik heb niets te doenj'ai (fort) à faire • ik heb het (erg) druk1. m1) bezit, vermogen2) creditpost2. v1) hebben, bezitten2) krijgen3) halen [examen, trein]5) dragen [kleren]6) zijn [leeftijd]7) meten8) schelen, mankeren9) lijken (op)10) [hulpww.] hebben, zijn11) [hulpww.] moeten3. il y av1) er is/zijn2) geleden zijn -
10 gonfler
gonfler [gõflee]1 (op)zwellen ⇒ uitzetten, rijzen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 overdrijven ⇒ opblazen, veel ophef maken van♦voorbeelden:1 l'orgueil gonfle son coeur • hij, zij is erg verwaandles noix gonflaient les poches de sa culotte • zijn broekzakken puilden uit van de notengonfler sa poitrine • een hoge borst opzettenses succès l'ont gonflé d' orgueil • door zijn successen loopt hij over van verwaandheid1 (op)zwellen ⇒ uitzetten, rijzen♦voorbeelden:son visage s'est gonflé sous le soleil • door de zon is zijn, haar gezicht opgezetson coeur se gonfle d' espoir • zijn hart wordt vervuld van hoopse gonfler d' orgueil • overlopen van verwaandheidv1) opzwellen, uitzetten2) opblazen, oppompen3) overdrijven4) opvoeren [motor] -
11 apprécier
-
12 coût
-
13 taxe
taxe [taaks]〈v.〉3 taxatie ⇒ begroting, vaststelling van de kosten♦voorbeelden:taxe de luxe • weeldebelastingtaxe sur la valeur ajoutée • belasting over de toegevoegde waarde, btwtoutes taxes comprises • belasting inbegrepen, all-inf1) belasting3) taxatie, begroting -
14 tenir
tenir [tənier]1 houden ⇒ vastzitten, weerstand bieden, standhouden2 een plaats, onderkomen vinden♦voorbeelden:le beau temps tiendra • het mooie weer houdt aantenir bon • volhouden, niet toegeventenir tout seul • blijven staanne plus pouvoir tenir, ne pouvoir y tenir • zijn geduld verliezen, ten einde raad zijncela tient toujours pour samedi? • gaat het zaterdag nog door? 〈 afspraak〉elle ne tenait plus debout (de fatigue) • ze kon niet meer op haar benen blijven staan (van vermoeidheid)cette histoire ne tient pas debout • dat verhaal snijdt geen hout2 ce que nous avons dit tient en quelques mots • wat we hebben gezegd kan in enkele woorden worden samengevat4 à quoi cela tient-il? • hoe komt dat?cela ne tient qu'à moi • dat hangt alleen van mij afqu'à cela ne tienne! • dat is geen bezwaar!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden ⇒ vast-, tegenhouden4 (plaats) innemen ⇒ beslaan, bevatten♦voorbeelden:la colère le tient • hij is woedendtenir la comptabilité • de boekhouding voerentenir ses engagements • zijn verplichtingen nakomentenir ses larmes • zijn tranen inhoudence mal le tient • die ziekte houdt hem in haar greeptenir le pouvoir • de macht in handen hebbentenir qn. • iemand in zijn macht hebbentenir les voleurs • de dieven te pakken hebbenfaire tenir qc. à qn. • iemand iets doen toekomen〈 spreekwoord〉 un tiens vaut mieux que deux tu l'auras • één vogel in de hand is beter dan tien in de luchttenez, voilà votre argent • hier hebt u uw geldtiens! je ne l'aurais pas cru • hé, dat had ik niet gedachttiens, tiens! • wel, wel!→ bout, boutique, classe, cordon, estime, haleine, langue, lieu, mer, pari, parole, quitte, tête, vin1 zich vasthouden ⇒ leunen (tegen), zich houden2 staan ⇒ zich bevinden, plaats hebben3 waarschijnlijk, steekhoudend zijn ⇒ goed in elkaar zitten, met elkaar samenhangen♦voorbeelden:1 s'en tenir là • stoppen, ophoudensavoir à quoi s'en tenir • weten waar men zich aan te houden heeftse tenir à quatre • z'n woede met moeite bedwingen¶ s'en tenir à • zich houden aan, blijven bijse tenir qc. pour dit • zich iets voor gezegd houdenv1) vastzitten2) standhouden5) voortkomen6) lijken (op)7) (vast)houden8) tegenhouden9) hebben10) weerstand bieden11) in beslag nemen12) beschouwen (als)13) onderhouden -
15 couronner
couronner [koeronnee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:3 et pour couronner le tout, … • en als klap op de vuurpijl, …couronner les voeux • de wensen in vervulling doen gaanv1) (be)kronen2) van een kroon voorzien [tand] -
16 gagner
gagner [gaanjee]2 winnen♦voorbeelden:gagner de quoi vivre • in zijn levensonderhoud kunnen voorzien3 y gagner • erop vooruitgaan, in iemands voordeel zijnil gagne à être connu • als je hem beter leert kennen, valt hij best meeon ne gagne rien à attendre • wachten helpt niet veelc'est toujours ça de gagné! • dat is alvast meegenomen!gagner en qualité • beter van kwaliteit zijn, wordengagner en profondeur • veel dieper, veel verder gaanla mer gagne sur la côte • de zee wint terrein op de kustII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 verkrijgen ⇒ verwerven, winnen4 bereiken ⇒ gaan naar, reiken tot5 zich meester maken van ⇒ bevangen, overmannen♦voorbeelden:gagner une maladie contagieuse • een besmettelijke ziekte oplopengagner de la place • ruimte winnengagner qn. à sa cause • iemand voor zijn zaak winnenla faim le gagnait • hij kreeg hongerle froid le gagna • hij werd door kou bevangenle vertige le gagna • hij werd plotseling duizelig♦voorbeelden:se laisser gagner • zich laten overhalen, verleidenv1) verdienen2) winnen4) verkrijgen, behalen5) bereiken, gaan (naar) -
17 capture
capture [kaaptuur]〈v.〉4 〈 leger〉 (het) buitmaken 〈 van schip〉 ⇒ (het) prijs maken, (het) in bezit nemen 〈 van vijandelijke goederen〉f2) vangst, buit3) beslaglegging [douane] -
18 couronne
couronne [koeron]〈v.〉3 kroon ⇒ vorstelijke macht, monarchie♦voorbeelden:couronne funéraire, mortuaire • grafkransni fleurs ni couronnes • geen bloemen, geen kransen 〈 bij begrafenis〉en couronne • in een kring, kranstriple couronne • tiaraaspirer, prétendre à la couronne • aanspraak maken op de troondonner la couronne à qn. • iemand kronen5 couronne solaire • krans om de zon, coronaf1) krans2) kroon3) kring -
19 couronné
couronne [koeron]〈v.〉3 kroon ⇒ vorstelijke macht, monarchie♦voorbeelden:couronne funéraire, mortuaire • grafkransni fleurs ni couronnes • geen bloemen, geen kransen 〈 bij begrafenis〉en couronne • in een kring, kranstriple couronne • tiaraaspirer, prétendre à la couronne • aanspraak maken op de troondonner la couronne à qn. • iemand kronen5 couronne solaire • krans om de zon, coronaadj2) gekroond3) bedekt (met) -
20 être
être1 [etr]〈m.〉♦voorbeelden:————————être2 [etr]1 zijn ⇒ afkomstig zijn (uit), deelnemen (aan), behoren (tot, aan), bezig zijn (met)2 zijn ⇒ zich bevinden, staan, zitten, liggen3 zijn ⇒ werkelijkheid zijn, bestaan, leven♦voorbeelden:1 est-ce que tu viens? • kom je?n'est-ce pas? • nietwaar?ne serait-ce qu'un moment • al is het maar een ogenblikc'est moi qui l'ai fait • ík heb dat gedaanc'est trois heures qui sonnent • het slaat drie uurc'est bien (de) lui • dat is net iets voor hem〈 informeel〉 c'est ça! • ziezo, dat is dat!voilà ce que c'est que de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zo gaat het als, dat komt ervan alsen serez-vous? • komt u ook?ça y est • het is in orde, het is voor elkaarêtre bien, mal • zich goed, slecht voelenje suis à vous • (ik ben) tot uw dienstil est toujours à se plaindre • hij klaagt eeuwig en altijdtout est à refaire • alles moet overil n'est pas à ce qu'il fait • hij is er niet bij met zijn hoofdêtre après qn. • het op iemand begrepen hebbenle prix est de 200 francs • de prijs bedraagt 200 frankpour ce qui est de • wat betreftc'est que • dat is omdatsi ce n'était, n'était • zondersi j'étais de vous • als ik u wasavoir été voir qn. • iemand opgezocht hebbenoù en êtes-vous? • hoe ver bent u, hoe staat het met u?il n'en a rien été • er is niets van terechtgekomenvoilà ce qu'il en est • zo staat het ermeeil n'en est rien • daar is niets van waarne plus savoir où l'on en est • zich geen raad meer weteny être • thuis zijn; begrijpenje n'y suis pour personne • ik ben voor niemand te sprekenj'y suis • ik snap hetje n'y suis pour rien • ik heb daar niets mee te makencela peut être • dat is mogelijktoujours est-il que • toch, niettemin, in elk gevalun coquin s'il en est • een echte schurkainsi soit-il • het zij zoce temps heureux n'est plus • die gelukkige tijd is voorbijsoit! • het zij zo!II 〈 hulpwerkwoord〉1 zijn2 hebben3 worden♦voorbeelden:1. m1) wezen, schepsel2. v1) zijn2) hebben3) worden
См. также в других словарях:
Prijs voor de Dagbladjournalistiek — Der Prijs voor de Dagbladjournalistiek (Preis für die Tageszeitungsjournalistik) wird seit 1965 jährlich vom Verband der niederländischen Tageszeitungsverlage Nederlandse Dagbladpers (NDP) für besondere journalistische Leistungen vergeben. Er ist … Deutsch Wikipedia
Prijs Harelbeke — Der E3 Preis Flandern (nl. E3 Prijs Vlaanderen) ist ein belgisches Radrennen. Das Eintagesrennen wird seit 1958 ausgetragen und findet jährlich am Samstag eine Woche vor der Flandern Rundfahrt statt. Dies ist meistens der letzte Samstag im März.… … Deutsch Wikipedia
Équipe cycliste Van Cauter — Van Cauter Magniflex de Gribaldy Van Cauter Magniflex de Gribaldy 1972 Tour de France … Wikipédia en Français
Grote Prijs Stad Zottegem — Race details Date Late August (2011: 23 august) Region East Flanders, Belgium English name Grand Prix Stad Zottegem Local name(s) Grote Prijs Stad Zottegem (Dutch) … Wikipedia
P.C. Hooft-prijs — Der P.C. Hooft prijs ist ein niederländischer Literaturpreis, der seit 1947 bisher 59 Mal vergeben wurde. Er ist nach dem Dichter, Historiker und Dramatiker Pieter Corneliszoon Hooft benannt, dessen 300. Todestag 1947 gedacht wurde. Bis 1955… … Deutsch Wikipedia
Rik van Looy — Cyclist infobox ridername = Rik van Looy fullname = Henrik van Looy nickname = dateofbirth = birth date and age|1933|12|20 country = BEL currentteam = Retired discipline = role = Rider ridertype = amateuryears = amateurteams = proyears = proteams … Wikipedia
E3 Prijs Vlaanderen — Infobox Cycling race name = E3 Prijs Vlaanderen current event = date = Mid March region = Flanders, Belgium english = E3 Prize Flanders localnames = E3 Prijs Vlaanderen nl icon nickname = discipline = Road competition = UCI Europe Tour type =… … Wikipedia
Monika van Paemel — Born 4 May 1945 (1945 05 04) (age 66) Poesele, Belgium Nationality … Wikipedia
Grote Prijs Jef Scherens — GP Jef Scherens Region: Leuven Datum: Anfang September (2008: 7. September) Typ: Halbklassiker Spitzname: Grote Prijs Poeske Scherens Erste Austragung: 1963 Austragungen: 42 Er … Deutsch Wikipedia
Ina van der Beugel — Ina van der Beugel, auch Ina Brokmeier van der Beugel, Pseudonym: Jacquelientje Plof (* 30. Dezember 1914 in Amsterdam; † 15. Januar 2003 in Almen, Gelderland) war eine niederländische Journalistin und Autorin. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Werke… … Deutsch Wikipedia
Dick Scherpenzeel Prijs — Der Dick Scherpenzeel Prijs ist ein niederländischer Preis, der für journalistische Werke vergeben wird, die Entwicklungsprozesse in nichtwestlichen Staaten oder den Nord Süd Konflikt im allgemeinen in besonders informativer Weise darstellen.… … Deutsch Wikipedia